Hoe kan de houdbaarheid van de Nederlandse zorg gewaarborgd worden? Dat is ten aanzien van gezondheidszorg de kernvraag voor het nieuwe kabinet, in de context van grote uitdagingen in de komende 20 jaar zoals een toenemende zorgvraag in combinatie met schaarste aan personeel en middelen.

 

Het inmiddels demissionaire kabinet had al in de zomer van 2020 met een ‘Contourennota’ willen komen met voorstellen om de toekomstbestendigheid van de gezondheidszorg te waarborgen. Dit alles als vervolg op het reeds ingezette veranderingsproces met als centrale doel: de Juiste Zorg op de Juiste Plek. Onderdeel van deze Contourennota met oog op de toekomstige zorg is een brede consultatie met alle relevantie zorgpartijen in het veld op basis van een hiertoe opgestelde Discussienota. Denk hierbij aan een breed scala aan onder andere relevante instanties, koepelorganisaties, patiëntenorganisaties; in totaal zijn er circa 350 reacties verwerkt. Dit proces is half december gestart en onlangs heeft minister De Jonge hiervan het verslag aan de Kamer aangeboden. De Jonge concludeert dat op basis van de ontvangen input dat de zorgsector op zich geen totaal nieuw zorgstelsel nastreeft en dat de algemene benadering om het huidige stelsel beter te laten werken door de meeste partijen wordt ondersteund. Het is nu aan het nieuwe kabinet om op basis van het voorwerk keuzes te maken en beleid te ontwikkelen. Naar verwachting zullen we de onderdelen waar brede consensus in het veld op lijkt te zijn terug gaan zien in zowel te ontwikkelen visie door VWS op langere termijn, als ook zorgbeleid voor de komende regeerperiode.

Herijking nodig op 3 gebieden

Om de uitdagingen van de toekomst het hoofd te bieden zijn echt veranderingen en maatregelen nodig om de grondprincipes van het zorgstelsel als kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid ook voor de volgende generatie te borgen.

De discussienota die gedeeld is met het veld stelt dat er voor de toekomst een herijking nodig is op drie gebieden, namelijk preventie en gezondheid, regie en organisatie van de gezondheidszorg (om ervoor te zorgen dat het zorgaanbod beter aansluit bij wat mensen echt nodig hebben), en als derde vernieuwing en werkplezier in de gezondheidszorg. Uitgangspunt is dat de onderliggende stelsels op zich voldoen, maar dat daarbinnen veel meer de neuzen dezelfde kant op zouden moeten staan. Aldus zouden regionale samenwerking en domein-overstijgende coördinatie versterkt moeten worden.

Consultatie van het veld

Minister De Jonge over de uitkomsten van de consultatie richting de Kamer: “Er is veel overeenstemming over waarom er in de zorg veranderingen nodig zijn en tot op zekere hoogte ook over wat er moet veranderen. De reacties lopen het meest uiteen over de vraag hoe we die transformatie gaan bereiken.” Veel veldpartijen die input hebben gegeven pleiten voor een gezondheidsagenda met visie op de lange termijn, waarin duidelijke concrete gezondheidsdoelen worden vastgelegd.

Samenwerking wat de klok slaat, liefst in de regio

Breed gedragen door het zorgveld is als er meer samenwerking tussen de zorgpartijen zou komen. En hierbij is er voor de overheid, in de ogen aldus van veel geconsulteerde partijen, een belangrijke rol weggelegd om samenwerking minder vrijblijvend te maken. Bovendien zien velen samenwerking als belangrijke voorwaarde voor innovatie in de zorg, bijvoorbeeld voor het experimenteren en innoveren, het implementeren en opschalen van veranderingen. Zo geeft het consultatieverslag aan: “Partijen herkennen dat regels en bekostiging samenwerking en investeringen in de weg kunnen staan, doordat de baten van een investering bij andere zorgpartijen terecht komen dan partijen die de investering hebben gedaan.” Verschillende belangentegenstellingen kunnen daarbij als knelpunt werken voor de totstandkoming van veranderingen.

Focus op regionaal niveau maakt dat er beter op regionale problemen kan worden ingezoemd, ook waar deze onderling sterk kunnen verschillen. Velen geven in de consultatie hierbij aan dat betrokkenheid van alle relevante partijen cruciaal is voor een succesvolle regionale aanpak. Ook hier wordt een belangrijke ondersteunende rol aan de overheid toegedicht, bijvoorbeeld “door samenwerking niet te dwarsbomen met wet- en regelgeving en vergroting van juridische en financiële ruimte voor experimenten.” Daarnaast ziet men ook een overheid die meer regie moet nemen als het gaat om te komen tot een eenduidige regio-indeling.

Bewezen effectieve zorg iets anders is dan bewezen niet effectieve zorg

Naast samenwerking in de regio zien partijen ook het toewerken naar meer passende zorg als een belangrijke prioriteit. Daarbij halen in de consultatie veel partijen aan dat “niet bewezen effectieve zorg iets anders is dan bewezen niet effectieve zorg”. Er moet meer kennis worden vergaard over wat feitelijk gepaste zorg is en hoe dat in de praktijk zich manifesteert. Dit geldt voor vele vormen van zorg, ook voor medische technologie.

Maar er wordt ook gewaarschuwd om een en ander niet met teveel controlemechanismen te omkleden wat de administratieve druk alleen maar zou vergroten en vertrouwen in de zorgprofessional niet ten goede komt. Op weg naar passende zorg geven veel partijen aan dat de omslag gemaakt moet worden naar een bekostiging op basis van waarde van zorg en gezondheid in plaats van betalen voor verrichtingen.

Andere onderwerpen die door partijen in de zorg als belangrijk worden geacht in de consultatie zijn onder andere de digitalisering en gegevensuitwisseling. Als aandachtspunt wordt onderstreept dat er bij dergelijke vernieuwing – en met name e-health toepassingen- oog gehouden moet worden voor de toegankelijkheid en de kundigheid. Wat betreft gegevensuitwisseling is men het er in algemene zin over eens dat hier nog grote stappen te zetten zijn. Over het algemeen ziet men hierbij het liefste meer landelijke regie op het komen tot meer uniforme gegevensuitwisseling en vanuit wet- en regelgeving tot visie, uniforme afspraken en gecoördineerde implementatie.

Eigen verantwoordelijkheid voor gezondheid

Preventie kent bij nagenoeg alle geconsulteerde zorgpartijen een hoge prioriteit. Breed gedragen is eigen verantwoordelijkheid hebben voor je gezondheid. Daarbij kan de overheid helpen met onder andere een gezonde leefomgeving en een suikertaks. Vooral de 1e lijn zou een grotere sleutelrol moeten spelen bij de inzet op preventie, onder andere door meer tijd te hebben voor de patiënt om de oorzaak van een gezondheidsprobleem te achterhalen en daarmee veel doorverwijzingen naar de tweede lijn te kunnen voorkomen.

Maar er zijn hierbij ook punten van verschil, bijvoorbeeld als het gaat over de taken van zorgverzekeraars bij preventie. Enerzijds zijn er zorgpartijen die de zorgverzekeraar primair als ‘schadeverzekeraar’ zien, anderen vinden dat verzekeraars verplicht zouden moeten worden bij te dragen (hetzij inhoudelijk, hetzij financieel) op gezondheid en preventie.

Nieuw kabinet aan zet

Alle reacties zijn verzameld en per thema verwerkt en daarmee toegankelijk gemaakt voor (de formateurs van) een volgend kabinet. Het is nu aan een volgend kabinet om de verdere vormgeving van nieuw beleid op te pakken, om zo goede gezondheidszorg ook naar de toekomst te borgen.

 

Bron: Axon Healthcare