Moet er een pakketsluis komen voor (dure) medische technologie, zoals we die inmiddels ook kennen voor dure geneesmiddelen? Het doel zou moeten zijn om op basis van kosteneffectiviteit te sturen op de instroom van MedTech middelen. Die vraag over meerwaarde van een MedTech-sluis was aanleiding voor nader onderzoek door bureau Berenschot op verzoek van VWS, ingegeven door de motie Raemakers (D66) van oktober 2020. In die motie werd de minister verzocht de Tweede Kamer nog voor de verkiezingen te informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar de toegevoegde waarde van een sluis voor dure medische hulpmiddelen én medische technologie.
Moet er een pakketsluis komen voor (dure) medische technologie, zoals we die inmiddels ook kennen voor dure geneesmiddelen? Het doel zou moeten zijn om op basis van kosteneffectiviteit te sturen op de instroom van MedTech middelen. Die vraag over meerwaarde van een MedTech-sluis was aanleiding voor nader onderzoek door bureau Berenschot op verzoek van VWS, ingegeven door de motie Raemakers (D66) van oktober 2020. In die motie werd de minister verzocht de Tweede Kamer nog voor de verkiezingen te informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar de toegevoegde waarde van een sluis voor dure medische hulpmiddelen én medische technologie.
Pilot horizonscanning dit jaar van start
De vraag die als eerste opkomt is voor welk onderliggend probleem binnen de MedTech markt de sluis een oplossing zou moeten zijn. Is het bijvoorbeeld niet duidelijk wat de meerwaarde van nieuwe MedTech producten is, of is er sprake van structureel te hoge prijzen? Sowieso laat de ‘MedTechmarkt’ zich moeilijk vangen, aangezien het een zeer gefragmenteerde markt is met een breed scala aan producten en dito leveranciers.
In de begeleidende brief aan de Kamer concludeert minister van Ark dat de eventuele besparingen die te behalen zijn met een sluis volgens het rapport beperkt zijn en dat een en ander waarschijnlijk niet opweegt tegen de nadelen. “Het rapport biedt andere inzichten voor de beheersing van de kosten van medische technologie”, aldus de minister. “Met dit rapport ga ik ervan uit dat er een goede afweging kan worden gemaakt tussen de beschreven voor- en nadelen van de invoering van een pakketsluis voor medische technologie, maar de beslissing hierover is aan een volgend kabinet”, aldus Van Ark.
In plaats van in te zetten op een pakketsluis voor medische technologie, wordt er door VWS meer verwacht van ‘horizonscanning’ om snellere toegankelijkheid van innovaties met meerwaarde te bevorderen. Daarmee zouden betrokken partijen beter en eerder kunnen anticiperen op nieuwe innovaties en kan er gekeken worden wat de eventuele impact van een nieuwe technologie zal zijn vanuit maatschappelijk en budgettair perspectief. Van Ark geeft aan dit jaar, samen met het Zorginstituut (ZIN), hiervoor een pilot op te gaan zetten.
Brancheorganisatie Nefemed geeft aan gelukkig te zijn met de keuze van Van Ark voor een horizonscan pilot boven de inzet van een sluis voor (dure) medische hulpmiddelen. Nefemed heeft als stakeholder ook input kunnen verschaffen voor het onderzoek en daarin aangegeven, naast de reeds bestaande beleidsinstrumenten, de noodzaak voor een sluis voor (dure) MedTech middelen te missen. Tevens heeft Nefemed gewezen op de vele praktische bezwaren die bij de implementatie van een sluisprocedure voor medische hulpmiddelen komen kijken.
De voor- en nadelen van een MedTech pakketsluis
Op basis van interviews met stakeholders en aangevuld met deskresearch heeft Berenschot in haar rapport een aantal voor- en nadelen van een pakketsluis voor medische technologie op een rij gezet.
Zo worden als voordelen van een sluis aangehaald dat er tijd gecreëerd wordt om randvoorwaarden voor instroom te regelen, dat producten met een onduidelijke of beperkte toegevoegde waarde kunnen worden tegengehouden, en dat zorgaanbieders beschermd kunnen worden tegen leveranciers met een economische machtspositie. Ook het mogelijk maken van centrale prijsonderhandelingen waardoor inkoopmacht ontstaat wordt als een voordeel genoemd. Eerder gaf het CPB in ‘Zorgkeuzes in Kaart’ al aan dat een sluis voor medische technologie ‘mogelijk zou kunnen bijdragen aan de betaalbaarheid van de zorg’.
Maar nadelen van een pakketsluis worden ook gezien. Het meest in het oog springend is dat er op dit moment niet een groot en structureel marktfalen gesignaleerd wordt, waarvoor een zware interventie als het instellen van een sluis nodig zou zijn. Een aantal geïnterviewden benadrukken dat er sprake is van gedoseerde instroom en geven aan dat ze zich niet herkennen in het beeld dat de zorg, zoals de motie suggereert, overvallen wordt door extreem dure en ineffectieve MedTech middelen. Uit de interviews komt ook naar voren dat niet zozeer een beperkte onderhandelingspositie als probleem wordt ervaren, maar eerder het gebrek aan coördinatie. En dat is natuurlijk niet verwonderlijk gegeven de kenmerken van deze gefragmenteerde markt.
Daarnaast wordt in het rapport als nadeel benoemd dat een sluis een belemmering kan vormen voor de marktwerking binnen de sector en dat het bovenal het innovatieve karakter van de MedTech markt in de weg zal zitten.
Instroom met twee gezichten
Hoe groot is feitelijk het probleem in kwestie? In theorie stromen nieuwe MedTech middelen automatisch in het vergoedingspakket (open instroom), hetgeen investeren in innovatie zal bevorderen. Er vindt aldus geen centrale prijsonderhandeling plaats, de netto prijs wordt onderhandeld zorginkoper en leverancier. Echter, er zijn ook geluiden dat de instroom op de Nederlandse markt juist moeizaam is, doordat sterke oriëntatie op de initiële kosten kan leiden tot een meer conservatief klimaat voor introductie van nieuwe medische technologie.
Ook de financiële impact is moeilijk in exacte getallen te duiden geeft Berenschot in haar rapport aan. De meest recente schatting van de omvang van de markt bedraagt circa € 4,7 miljard (intra- en extramurale medische hulpmiddelen) en stamt alweer uit 2017. Daarmee gaat het in totaal om zo’n 5% van de totale zorguitgaven, waarvan ongeveer 85% van de uitgaven verzekerde medische hulpmiddelen betreft.
Misschien is het grootste probleem wel dat er tot op heden slecht tot geheel geen inzicht is in welke MedTech middelen in ontwikkeling zijn en welke binnen afzienbare tijd mogelijk tot de markt zullen toetreden. De geopperde horizonscanning vanuit het Zorginstituut, zoals ook al gedaan wordt bij geneesmiddelen, kan hier mogelijk verandering in brengen. Na de pilot, die dit jaar van start gaat, is het de bedoeling om de horizonscan de komende jaren verder uit te bouwen en structureel een plek te geven.
Politiek aan zet
Hoewel de minister richting Kamer op basis van het rapport benadrukt dat er wat haar betreft geen noodzaak is tot invoering van een sluis, laat ze de uiteindelijke beslissing van ‘wel of niet invoeren’ over aan een volgend kabinet. Duidelijk is dat er meerdere wegen naar Rome zijn om het zorgbudget te reguleren, maar dat impact op marktwerking en innovatieklimaat per instrument verschillend kan uitpakken. Het specifieke kenmerk van een uiterst divers en niet-homogeen MedTech speelveld, waar feitelijk ook niet echt sprake is van één enkele markt, maakt dat centrale regulering op dit vlak best een uitdaging is.