Door Jan Güse & Geneviève Misteli. 

Het Zorginstituut (ZIN) heeft in samenwerking met het ministerie van VWS voor het eerst een Horizonscan naar medische technologie en medische hulpmiddelen (MedTech) uitgevoerd. Als onderwerp voor deze pilot is gekozen voor het in kaart brengen van innovatieve MedTech binnen de diabeteszorg. Wat is het resultaat van de pilot en wat is het hogere doel van deze eerste scan?

Groeiende zorguitgaven en niet of nauwelijks invloed van overheidswege op de vergoeding van MedTech heeft geleid tot een eerste Horizonscan naar medische technologie (pdf). De MedTech markt is met meer dan 500.000 soorten producten zeer divers te noemen. Het productpalet is breed en varieert van pleisters tot MRI-scanners, van rollators tot operatierobots en van glucosemeters- tot diagnostische testen. Daarmee speelt deze markt een belangrijke en substantiële rol in de gezondheidszorg, al ontbreken nauwkeurige data om de precieze zorguitgaven op dit vlak te becijferen. Om toch een indicatie te geven: in 2016 werd € 96,6 miljard uitgegeven aan geneeskundige en aan langdurige zorg. Een onderzoek van KPMG waardeerde de medisch-technologische markt op € 4,7 miljard, waarvan € 2,4 miljard intramuraal en € 2,3 miljard extramuraal. De MedTech-markt maakte toen ruwweg 5% uit van de totale zorgkosten in Nederland.

Bij het duiden van de groei in zorguitgaven wordt technologie veelal als restverschijnsel benaderd. Als voor factoren als bevolkingsgroei en vergrijzing is gecorrigeerd, wordt de resterende groei van uitgaven veelal voor een groot deel aan technologische ontwikkelingen toegeschreven. Toch wekken analyses van specifieke technologische ontwikkelingen ook vaak juist de verwachting dat kosten dalen door deze ontwikkelingen, zeker als rekening wordt gehouden met kwalitatieve verbeteringen. De informatie- en communicatietechnologie is hier een voorbeeld van.

Het (hogere) doel van een Horizonscan naar medische technologie

Bij extramurale geneesmiddelen is de toelating tot het verzekerde pakket heel anders geregeld dan bij nieuwe (niet farmaceutische) medische hulpmiddelen en digitale innovaties (hierna ‘medische innovaties’ genoemd). De Zvw kent voor de extramurale geneesmiddelen zogenaamd ‘gesloten’ systeem in de vorm van een limitatieve opsomming van middelen die worden vergoed. Voor ieder geneesmiddel is vooraf een beslissing van het ZIN nodig over de toelating tot het pakket en daarbij is kosteneffectiviteit een belangrijk criterium.

Voor de instroom van medische innovaties kent Nederland echter een zogenaamd ‘open’ systeem. Veldpartijen (zorgverleners en zorgverzekeraars) beoordelen in eerste instantie de effectiviteit en de doelmatige inzet van zorg. In tegenstelling tot nieuwe geneesmiddelen betekent dit dat medische innovaties onderdeel kunnen worden van het verzekerde pakket zonder expliciete beoordeling met betrekking tot de kosteneffectiviteit van het ZIN. Al gaan er in toenemende mate stemmen op om dit te veranderen.

Het ZIN is van mening dat de afwezigheid van een centrale effectiviteitsbeoordeling en het gebrek aan transparantie in de markttoelatingsprocedure van medische innovaties tot het gevaar leidt dat effectieve en doelmatige zorg niet (tijdig) instroomt, of dat ineffectieve en ondoelmatige zorg ten onrechte wel instroomt. De centrale lijn is dat er vanuit het oogpunt van het publieke zorgstelsel meer naar de (toegevoegde) waarde van medische innovaties moet worden gekeken, voordat deze tot markt worden toegelaten

Een gesloten systeem, zoals bij extramurale geneesmiddelen, zou in principe het probleem van een gebrek aan informatie over kosteneffectiviteit kunnen oplossen. Dit werd echter al in de CPB Policy brief van 2017 als een moeilijk uitvoerbare optie gezien. Een geneesmiddel is namelijk gebaseerd op één bepaalde werkzame stof en is daarmee over het algemeen veel eenduidiger dan medische technologie. Een medisch apparaat kan na introductie op de markt nog vrij ingrijpend worden aangepast, waardoor er relatief snel weer nieuwe versies volgen. Omdat de levensduur van een bepaalde technologie relatief kort is verouderen kosteneffectiviteitsstudies ook relatief snel. Een gesloten systeem zou er mogelijk toe leiden dat te weinig nieuwe technologie verzekerde zorg wordt, of dat dit langer duurt omdat het aantonen van de kosteneffectiviteit van verschillende versies slecht uitvoerbaar of te duur is. Last but not least zou een gesloten systeem een negatieve invloed kunnen hebben op samenwerkingsverbanden in Nederland rond het ontwikkelen van nieuwe technologie.

Het doel van een Horizonscan MedTech is om beter inzicht te krijgen welke medische technologieën er de komende jaren in de praktijk geïntroduceerd gaan worden. VWS en het ZIN willen een overzicht van nieuwe innovatieve MedTech hebben voordat deze in Nederland voor de patiënt beschikbaar is. Het idee hierbij is dat er op deze wijze een gelijk speelveld ontstaat tussen alle partijen die MedTech inkopen, voorschrijven, gebruiken en vergoeden. Ook kunnen tijdig discussies op gang komen met betrekking tot doelmatige instroom en opname in het basispakket. Dit laatste lijkt het hogere doel van de scan en ligt ook geheel in lijn met de strekking van het rapport van de WRR: ‘Kiezen voor houdbare zorg. Mensen, middelen en draagvlak’.

Naar aanleiding van de mogelijkheden die een Horizonscan MedTech zou kunnen bieden heeft het ZIN in 2019 al een verkennend onderzoek laten uitvoeren naar de haalbaarheid hiervan. Op basis van dit onderzoek werd al geconcludeerd dat de meeste stakeholders, zoals beleidsmakers, zorgverleners, zorgverzekeraars, potentie zien in dit instrument.

Het ontbreken van tijdige kennis en informatie over de opkomst van nieuwe MedTech en de rol van de overheid binnen de open instroom is ook al eerder aangekaart in de ‘Visie op medische technologie’ van voormalig minister Bruins. Samen met VWS ziet het ZIN horizonscanning als een veelbelovend instrument om een proactieve rol in te nemen en partijen in het veld tijdig te informeren over opkomende MedTech.

In 2020 deed ook de IdR in een rapport (pdf) de suggestie dat het ZIN op grote schaal het pakket dient door te lichten en te toetsen welke behandelingen en MedTech werkzaam en kosteneffectief zijn en een plaats kunnen hebben in het basispakket. Andere maatregelen die in het rapport werden genoemd waren een horizonscan/meldplicht voor nieuwe zorg en een sluis voor medische technologie (zoals al het geval voor dure oncologische medicijnen), hetgeen prijsonderhandelingen met het ministerie van VWS met zich meebrengt. Begin vorig jaar heeft oud-minister van Ark echter aangegeven dat een sluis voor MedTech waarschijnlijk geen meerwaarde biedt. De aanzet voor een regelmatige terugkerende horizonscan voor nieuwe MedTech is met de pilot horizonscan nu echter wel genomen.

Diabetes als indicatiegebied voor de MedTech horizonscan pilot

Om de beheersbaarheid en schaalbaarheid van een horizonscan te kunnen beoordelen heeft het ZIN ervoor gekozen om eerst een pilot te doen binnen één indicatiegebied. Hierbij is het oog op de diabeteszorg gevallen omdat op dit gebied veel innovatie plaatsvindt en het een markt betreft die zowel intra- als extramuraal is. Voorts is er, gezien het grote en groeiende aantal patiënten met diabetes, behoefte aan een overzicht van diabetesproducten die in de nabije toekomst op de markt zullen komen.

De Horizonscan MedTech Diabeteszorg geeft partijen zicht op welke innovaties in 2022 en 2023 op de Nederlandse markt verwacht worden. Net als in andere landen is voor een kort tijdsbestek gekozen, omdat na 3 jaar de onzekerheid met betrekking tot daadwerkelijke marktintroductie toeneemt. Korte tijdshorizonnen van 2 tot 3 jaar maken ook betrouwbaardere identificaties mogelijk van technologieën die worden ondersteund met uitgebreidere informatie. De kennis is openbaar beschikbaar gesteld aan alle partijen die MedTech inkopen, voorschrijven, gebruiken en vergoeden. De pilot heeft uiteraard het doel om de mogelijkheden van een toekomstige Horizonscan voor MedTech te verkennen en daarmee:

  • de toegankelijkheid van informatie te verbreden en te optimaliseren;
  • patiënten, behandelaars, ziekenhuizen, distributeurs, zorgverzekeraars en overheidsorganen vroegtijdig op de hoogte te stellen van nieuwe ontwikkelingen;
  • distributeurs, zorgverzekeraars en zorgverleners de gelegenheid te geven hun inkoop beter en tijdig te organiseren;
  • ziekenhuizen en behandelaars te helpen om duidelijke afspraken te maken en tijdig de organisatie van de zorg en de financiering op te pakken;
  • ziekenhuizen en/of zorgverzekeraars een betere onderhandelingspositie als inkoper van MedTech te geven;
  • de dialoog met betrekking tot doelmatige instroom en opname in het basispakket tijdig op gang te brengen.
Opzet pilot en globale uitkomsten

Voor de scope van dit artikel gaat het te ver om gedetailleerd op de uitkomsten van de Horizonscan MedTech Diabeteszorg in te gaan. Wel is het interessant om de grote lijnen van de opzet van de horizonscan te bekijken omdat die mogelijk ook van toepassing zijn op toekomstige horizonscans.

In totaal zijn er voor Diabeteszorg 39 nieuwe MedTech-producten geïdentificeerd, verdeeld over 5 productcategorieën. Per productcategorie is ingegaan op de potentiële meerwaarde van het product en is er een inschatting gemaakt van mogelijke patiëntvolumes. Bij de inschatting van de patiëntvolumes per productcategorie is uitgegaan van het aantal personen dat mogelijk aanspraak maakt op vergoeding uit het basispakket. Voorts is voor elke categorie een productenlijst bijgevoegd met informatie over productnaam, fabrikant, regelgevende status in de EU en de VS, de verwachte marktlancering en ontwikkelingsstatus.

Om informatie over nieuwe ontwikkelingen binnen MedTech in de verdere toekomst te faciliteren zijn ook enkele innovatieve trends genoemd die mogelijk na 2023 op de markt verwacht kunnen worden. Twee relevante trends die implicaties kunnen hebben op het aanbod aan diabeteshulpmiddelen na 2023 zijn bijvoorbeeld de opkomst van:

  • Bio-artificiële middelen: Geïmplanteerde MedTech producten waarbij het product bijdraagt aan, of een herstelde functie geeft van, de alvleesklier.
  • Non-invasieve glucosemonitoringssystemen: Het monitoren van de glucose zonder invasieve naald zoals bijvoorbeeld het gebruik van een smartwatch als glucosemonitor. Of non-invasieve methodes de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van invasieve glucosemonitoringssystemen kunnen evenaren, zal moeten blijken.

Het rapport concludeert dat er slechts beperkt informatie beschikbaar was over de effectiviteit en doelmatigheid van een nieuw diabetes MedTech-product. Voorts is de conclusie dat dergelijke informatie wel nodig zal zijn om vergoeding uit het basispakket te rechtvaardigen. De eerste horizonscan moet betrokken partijen stimuleren hierover tijdig het gesprek aan te gaan, zodat bewezen effectieve hulpmiddelen in de diabeteszorg zo snel mogelijk toegankelijk worden via de basisverzekering.

Met deze pilot lijken eerste concrete stappen te zijn gezet naar meer vroegtijdig inzicht en centralere toetsing van nieuwe innovatieve MedTech.

 

Bron: MedTech Nederland (MTN), Centraal Planbureau (CPB), Horizonscan Geneesmiddelen, Ministerie van VWS, Panaxea, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), Zorginstituut Nederland (ZIN), Zorgvisie