CBS heeft middels een nieuwe raming de collectieve zorgkosten op lange termijn in kaart gebracht. Feit is dat de collectieve zorguitgaven zullen blijven stijgen, maar dit is mogelijk minder problematisch dan het lijkt. Hoe kan dat?
Het CBS heeft onlangs de nieuwe raming ‘Zorguitgaven, ons een zorg?’ (pdf) gepubliceerd. Een titel die meteen de aandacht trekt en dat is niet onterecht. De stijgende zorgkosten worden eigenlijk altijd als een probleem gezien, maar de titel van het rapport doet anders vermoeden. Het CBS heeft de collectieve zorgkosten over de jaren heen vanuit een ander perspectief benaderd en ze tegen het bruto binnenlands product (bbp) afgezet. In dat licht lijken we (in Nederland) de stijgende zorguitgaven met z’n allen voorlopig nog (best makkelijk) op te kunnen vangen, aldus het CBS.
Het bbp, wat is dat eigenlijk?
Het CBS stelt dat het bbp ‘de som van de bestedingen aan goederen en diensten door ingezetenen van Nederland (consumptie huishoudens, consumptie overheid, bruto-investeringen bedrijven en huishoudens en bruto-investeringen overheid) en het saldo (redactie: verschil) van uitvoer en invoer van goederen en diensten’ is.
Een manier om het bbp te berekenen is door consumentenbestedingen, investeringen, overheidsaankopen en de waarde van de export minus de waarde van de import van alles en iedereen in Nederland bij elkaar op te tellen. Het bbp bedroeg in 2020 maar liefst € 800 miljard. Om het bbp per hoofd van de bevolking te komen, wordt het bbp door het aantal inwoners gedeeld. Daarmee komt het gemiddelde bbp per hoofd van de bevolking op ca. € 46.000.
Zorgkosten afgezet tegen het bbp
Als we dan bekijken welk percentage van het bbp door de jaren heen wordt besteed of ‘op gaat’ aan collectieve zorgkosten, zien we dat dat percentage tussen 1950 en 2020 flink gestegen is. Van minder dan 1% naar maar liefst 10% en het CBS verwacht dat het tot 2060 zelfs oploopt naar 18%.
Bron: CBS
Problematisch hoeft dat echter niet te zijn. In het rapport wordt zelfs gesteld dat de stijgende uitgaven aan zorg niet eens per se ten koste hoeven te gaan van andere bestedingen. Het bbp stijgt over de jaren voldoende om de stijgende collectieve zorguitgaven op te vangen. Daarnaast heeft het investeren in zorg ook genoeg baten voor de maatschappij, al zijn die niet altijd even goed te duiden. Desondanks blijft het noodzaak om ons af te blijven vragen hoeveel we überhaupt aan zorg willen blijven uitgeven. Daar geeft het CBS drie denkrichtingen voor:
- Niet ingrijpen in de stijgende zorguitgaven of andere collectieve uitgaven en de collectieve lastendruk op laten lopen. Dit is mogelijk, maar heeft tot gevolg dat er in de toekomst een groter beroep zal moeten worden gedaan op de inkomenssolidariteit. Premies en eigen bijdragen zullen stijgen en de lagere inkomens kunnen dit mogelijk niet betalen. De hogere inkomens zullen dan onder het mom van ‘solidariteit’ een hogere zorgrekening voorgeschoteld krijgen.
- Bezuinigen op de andere overheidsuitgaven, zoals onderwijs, sociale zekerheid, defensie en klimaat. Het is vanzelfsprekend dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van deze andere sectoren. Bovendien kunnen ook deze collectieve voorzieningen gezondheid bevorderen. Bezuinigingen hierop kunnen de publieke gezondheid dan ook beïnvloeden.
- Minder zorg collectief financieren. Dit zou inhouden dat huishoudens meer zorg zelf moeten gaan betalen en dat de zorg minder via premies en belastingen wordt bekostigd. Mensen die meer zorg nodig hebben, betalen dan meer dan degenen die gezond zijn. Een manier om hiermee te beginnen is om het verzekerde basispakket uit te dunnen. Mensen kunnen zich dan wel via (uitgebreidere) aanvullende verzekeringen verzekeren. Hoe dan ook, deze principes zijn in strijd met het solidariteitsbeginsel waar het Nederlandse zorgstelsel op is gebouwd.
Kortom, we kunnen de zorgkosten nog wel een tijdje dragen, maar het blijft belangrijk om te blijven evalueren, onzinnige zorg en perverse prikkels te elimineren en de focus op slimmer organiseren te houden, aldus het CBS. De groei van de zorg moet uiteindelijk toch worden begrensd, stelt ook de WRR in haar rapport ‘Kiezen voor houdbare zorg’. Niet alleen om de groeiende zorgkosten te remmen, maar ook de personeelstekorten spelen nu al parten in de houdbaarheid en toegankelijkheid van kwalitatief goede zorg. Dat is dan ook de lijn die het huidige kabinet heeft uitgezet met het Integrale Zorgakkoord (IZA) waar de route naar Passende Zorg en daarbinnen een herziening van het pakketbeheer (wat gaan we wel of niet vergoeden) hoog op de agenda staan.