Onlangs heeft Minister Van Ark de tweede ‘Voortgangsrapportage Uitkomstgerichte Zorg’ aan de Tweede Kamer aangeboden. De intentie was om dit al vóór de zomer 2020 te doen maar, zoals bij veel programma’s het geval is, heeft ook dit programma vertraging opgelopen vanwege de COVID-19 pandemie. Wat is van alle voorgenomen plannen en aanpalende initiatieven terechtgekomen? Waar staat het programma nu en wat wil men binnen het komende jaar bereiken?
Het programma Uitkomstgerichte Zorg is opgezet aan de hand van de afspraken die zijn gemaakt met partijen die het Hoofdlijnenakkoord medisch specialistische zorg (HLA-MSZ) 2019-2022 hebben ondertekend. In dit programma werken de partijen samen om de zorg in de spreekkamer verder te verbeteren en meer inzicht in uitkomsten van zorg te creëren die er voor de patiënt echt toe doen. Om dat te bewerkstelligen moeten patiënt en zorgverlener allebei inzicht hebben in de uitkomsten van zorg en die informatie vervolgens ook kunnen toepassen in de zorgpraktijk. Om dit doel te bereiken zijn er vijf lijnen uitgezet.
Gezien de importantie en mogelijke impact van het programma ‘Uitkomstgerichte zorg’, genoeg aanleiding voor de redactie van Axon Healthcare om te evalueren wat er van alle voorgenomen plannen en initiatieven voor elk van deze lijnen is terechtgekomen en wat de plannen voor komend jaar zijn.
Overzicht van wat er tot nu toe is bereikt en geconstateerde (mogelijke) knelpunten
Lijn 1: Vaststellen van landelijke informatie/indicatorensets voor uitkomsten van zorg
Deze lijn wordt gecoördineerd door de Federatie Medisch Specialisten (FMS) en heeft als opdracht om voor 50% van de ‘ziektelast’ (zijnde 59 aandoeningen) landelijke sets voor uitkomstinformatie vast te stellen. Met ziektelast wordt gezondheidsverlies als gevolg van aandoeningen bedoeld, vaak uitgedrukt in Disablity Adjusted Life Years (DALY’s).
Het gaat om zowel medische als door de patiënt gerapporteerde uitkomsten, zogenaamde Patient Reported Outcome Measures (PROMS). In september van dit jaar is de Patiëntenfederatie Nederland een pilot met aandoeningsspecifieke werkgroepen gestart voor vier aandoeningen:
- Knie artrose,
- Chronische nierschade
- Internal Bowel Disease (IBD), oftewel chronische darmontsteking
- Pancreascarcinoom
De verschillende werkgroepen worden door het Zorginstituut bij hun werkzaamheden ondersteund. Naar aanleiding van opgedane kennis en ervaring in de pilot zal de precieze aanpak en fasering van werkgroepen voor de overige aandoeningen worden bepaald.
Lijn 2: Het stimuleren van ‘Samen Beslissen’
Deze lijn wordt gecoördineerd door de Patiëntenfederatie Nederland. Binnen deze lijn is een zestal activiteiten uitgezet om patiënten en zorgprofessionals te helpen om meer samen te beslissen:
- In 2021 wordt een landelijke campagne gelanceerd over ‘samen beslissen’ voor zorggebruikers en zorgverleners (medisch specialistische zorg, huisartsenzorg, wijkverpleging en paramedische zorg). De campagne is gebaseerd op de uitkomsten van een doelgroeponderzoek van onderzoeksbureau Kantar. Voor de start van de campagne wordt een goed moment gezocht rekening houdend met de ontwikkelingen rondom COVID-19.
- Opzetten van een betrouwbare ‘vindplaats’ voor behandelkeuzehulpen. Deze digitale tools geven uitgebreid informatie over mogelijke behandelingen en de voor- en nadelen daarvan. Behandelkeuzehulpen dienen niet alleen makkelijk toegankelijk, maar ook makkelijk te gebruiken te zijn voor zowel ziekenhuizen, zorgprofessionals als patiënten. De onderzoekers van de eerder dit jaar verschenen tweede Transparantiemonitor (pdf) van het Nivel, concludeerden dat ‘keuzehulpen’ als fenomeen sterk in opkomst zijn. Wel zien de onderzoekers dat informatie over de kwaliteit van zorgaanbieders en zorgverleners wat op de achtergrond dreigt te raken, omdat de meeste aandacht op dit moment uitgaat naar informatie over aandoeningen en interventies en het gesprek in de spreekkamer. Tevens werd geconcludeerd dat transparantie en (uitkomst-)informatie in de huisartsenzorg een veel minder prominente plek heeft dan in de medisch specialistische zorg.
- ‘Samen beslissen’ verankeren in de initiële en post-initiële opleidingen van artsen en verpleegkundigen.
- ‘Leren van elkaar’. Voor dit item zijn twee paden uitgezet:
- Voor zorginstellingen en professionals wordt een digitale’ kaartenbak’ ontwikkeld met uitgewerkte praktijkvoorbeelden en een zoekfunctie. Daarnaast worden er uitwisselingsbijeenkomsten georganiseerd.
- Voor patiënten worden er verschillende modules en (beeld)materiaal ontwikkeld die ingezet kunnen worden bij bijeenkomsten met patiënten van patiëntenorganisaties, ziekenhuizen en zorgverzekeraars. De modules gaan over: ‘praten met zorgprofessionals’, ‘voorbereiden consult’ en ‘bewustwording kiezen – en hoe dan?’.
- Geschikt maken van ‘samen beslissen’ acties voor mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door middel van:
- Een train-de-trainer programma voor ziekenhuizen.
- Een e-learning programma voor patiëntenorganisaties, zodat zij extra kennis in huis hebben met betrekking tot hoe ze deze doelgroep het beste kunnen ondersteunen.
Uit voornoemde tweede Transparantiemonitor van het Nivel blijkt overigens dat het thema gezondheidsvaardigheden buitengewoon relevant is voor transparantie. Bij benadering heeft 30% van de bevolking beperkte gezondheidsvaardigheden en dus veel moeite met het vinden en gebruiken van informatie over gezondheidszorg. Uit het onderzoek blijkt dat er meer perspectief is voor het bereiken van deze bevolkingsgroep met informatie over aandoeningen en behandelingen, dan met informatie over de kwaliteit van zorgaanbieders en zorgverleners.
- Zorgaanbieders en zorgverzekeraars gaan samen kijken hoe ze ziekenhuizen en klinieken handvatten kunnen bieden om ‘Samen Beslissen’ te organiseren en zorgverzekeraars handvatten kunnen bieden om financiële knelpunten op te lossen.
Lijn 3: Meer uitkomstgericht organiseren en belonen
Coördinator van deze lijn is Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Momenteel worden veel zorgactiviteiten gefinancierd op basis van productie (kwantiteit) en niet op basis van uitkomsten van zorg. Resultaten van een eerste onderzoek uitgevoerd door adviesbureau SiRM (pdf) laat zien dat uitkomstgericht contracteren en organiseren vooralsnog slechts op kleine schaal plaatsvindt. SiRM concludeert dat er anno 2020 voor zowel zorgaanbieders als zorgverzekeraars onvoldoende prikkels zijn om op uitkomsten te contracteren en organiseren. Het effect van uitkomstgericht contracteren is daarmee in de praktijk nog onvoldoende in beeld en daarnaast in de literatuur niet eenduidig bewezen. Voor verdere ontwikkeling van uitkomstgericht contracteren en organiseren is nader onderzoek nodig, gericht op:
- handvatten identificeren voor opschaling
- inzicht creëren in de effecten op kwaliteit, kosten en volume
Een dergelijk onderzoek is kennelijk nodig voor de transitie ‘van exceptie naar conventie’. Een belangrijke uitkomst van het SiRM onderzoek is onder meer dat zorgverzekeraars negatieve prikkels ervaren door beperkte autonomie (artikel 13 van de Zorgverzekeringswet (ZVW)), vrees voor reputatieschade en gebrek aan transparante en breed gedragen uitkomstindicatoren. Door artikel 13 van de Zorgverzekeringswet hebben zorgverzekeraars slechts beperkte mogelijkheden (bijv. keuzehulp, wachtlijstbemiddeling en keurmerken) om verzekerden te stimuleren gebruik te maken van kwalitatief hoogwaardige en gecontracteerde zorg. Artikel 13 zegt namelijk dat een verzekerde ook recht heeft op een vergoeding van zijn verzekeraar als hij een dienst betrekt van een aanbieder waar de verzekeraar geen contract mee heeft. Zorgverzekeraars vrezen reputatieschade wanneer zij uitkomstgericht zouden contracteren en daarmee op termijn minder of zelfs geen zorg zouden inkopen bij structureel slecht(er) scorende zorginstellingen. Consumenten zijn vaak argwanend met betrekking tot de ‘goede bedoelingen’ van zorgverzekeraars en zien uitkomstgerichte contracten eerder als eigenbelang van de verzekeraar.
Lijn 4: De juiste gegevens op de juiste plek met behulp van ICT
Deze lijn wordt gecoördineerd door VWS en gaat over het faciliteren van elektronisch rapporteren en uitwisselen van uitkomstgegevens. Het draait hier dus om hoe gegevens worden geregistreerd (eenheid van taal), waar de gegevens worden geregistreerd (EPD2, PGO3) en hoe die worden verwerkt (analyse, terugkoppeling, dashboards). En dit alles op landelijk niveau.
De activiteiten in lijn 4 zijn voor een groot deel volgend op het proces binnen lijn 1 (ontwikkeling uitkomstindicatoren). Dit betekent dat de vertragingen in lijn 1, vanwege COVID 19, ook gevolgen hebben voor de uitvoering van de activiteiten van lijn 4. De ontwikkeling van aandoeningsspecifieke ICT-ondersteuning voor in lijn 1 vastgestelde indicatorensets heeft dan ook helaas nog niet kunnen starten.
Lijn 5: Verandering van organisatie, werkwijzen en gedrag ondersteunen en stimuleren
De ‘Veranderaanpak’ wordt gecoördineerd door de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en gaat over de verandering van organisatie, werkwijzen en gedrag, die nodig is om tot meer ‘samen beslissen’ en leren en verbeteren op basis van uitkomstinformatie te komen. Hierbij wordt ingezet op de inbreng van ambassadeurs en coaches, het achterhalen waar ‘huizen’ behoefte aan hebben, en het laten zien van goede voorbeelden via conferenties en bijeenkomsten. Helaas geldt ook voor dit programmaonderdeel dat de vertraging door COVID 19 in andere delen van het programma gevolgen heeft voor de acties die door de Veranderaanpak worden uitgevoerd. Het is vooralsnog het voornemen om in de komende maanden onderdelen op te starten.
Wel is op 12 mei jongstleden al de website www.uitkomstgerichtezorg.nl live gegaan. Deze site bevat nu nog vooral basisinformatie over Uitkomstgerichte zorg en het landelijke programma, maar het doel is om de inhoud uit te breiden en het gebruik te faciliteren. De website moet daarmee een centraal verbindingspunt en vindplaats worden voor alles met betrekking tot Uitkomstgerichte zorg.
Concrete acties voor 2021
Minister Van Ark geeft in haar voortgangsrapportage (pdf) aan de volgende resultaten te willen bereiken vóór de zomer van 2021. Gezien het feit dat COVID-19 tot nu toe voor veel vertraging zorgde, is de planning ambitieus te noemen:
Al met al laat de evaluatie zien dat het bereiken van uitkomstgerichte zorg een buitengewoon veelomvattend en ambitieus programma is, waarbij door alle betrokken partijen wordt voortgebouwd op vele experimenten, losse projecten en pilots overal in het land. Doel blijft om tot een landelijk aanpak te komen met een breed draagvlak, om zo een onomkeerbare beweging in gang zetten, maar het lijkt alsof het ‘point of no return’ nog niet is bereikt …